28 juni: weer terug in Zaandam
Vandaag weer een erg warme dag. We twijfelen: nog een dagje schaduw van de bomen, lezen en zwemmen of met windstil weer naar huis; zondag gaat het flink waaien. Na de boodschappen bij AH en koffie met gebak in de schaduw aan het water besluiten we op een van de warmte al zinderend schip te gaan varen. Eigenlijk voelt het als rekken en uitstellen, als we blijven.
We hebben van onze plek goed zicht op de sluis en sluiten bij de rij wachtenden aan als de deuren open gaan. Opvallend, dat steeds meer boten en met name sloepen en speedgevaar opeens midden in de sluis gaan aanleggen. Vroeger werd er nog wel eens omgeroepen dor de sluiswachter; dat horen we al jaren niet meer.
Toch nog een aardig eind over het Noordzeekanaal, een gezapig watertje als je het met de nieuwe maas vergelijkt. In de middag naderen we onze thuishaven, waar we met luid getoeter worden ingehaald en waar vele handen de boot opvangen.
Weer thuis!
27 juni: Spaardam
Een grijze ochtend; aan de andere kant van de straat, op het hoekje, zit Wolkers (ontbijt en lunch). We hebben er twee jaar geleden gezeten en het lijkt ons goed een nieuwe traditie te starten. We trakteren onszelf op een brunch…. Langzaam piept de zon door de wolken; het verkeer lijkt steeds meer lawaai te maken en ondanks dat we hier nog een nachtje wilden blijven, besluiten we de rust van Spaarndam op te zoeken. De passantenplek is nog vrij.
De Rietpol, weer een bekend watersportbedrijf dat de bijl erbij neer gooit. Komende week is alles rond de verkoop afgehandeld en vertrekken de -dan- voormalig eigenaren met enige weemoed naar Friesland. Ze gaan varen!
Als we later op de avond bij de Toerist naar binnen lopen, is er binnen, een enorm kabaal van feestende vrouwen, een tafeltje voor ons beschikbaar. We eten zwijgend erg lekker.
26 juni: Haarlem
De wind is opgestoken; we overwegen nog een dag te blijven in deze groen-blauwe stilte, maar kiezen toch voor vertrek. De motoren moeten in ieder geval een uur of twee draaien om de service-accu weer op zijn normale spanning te krijgen. Hoewel we dachten alleen op de wereld te zijn, blijken er na een kwartier verderop veel jachthavens, sloepverhuurders en restaurants te zijn, op weg naar de ringvaart. Voor de loodsen van Feadship ligt een enorm, 4 verdiepingen hoog, motoryacht met 3 zwarte radar/communicatie-domes.
De bediening van de wederom talloze bruggen loopt gesmeerd; wat een verademing na het vorige stuk varen. Daar antwoordden ze niet op oproepen en lieten ons 20 minuten wachten voor een fietsbrug. Lisse, Hillegom, de Cruquiusbrug….. we zijn er al eens onder door gevaren; dit keer lijkt er nog maar een centimeter of twee ruimte. De dieselbrandstof wordt minder en dat scheelt 300 kilo dus gaat de boot omhoog. Dat wij na 7 weken vakantie wat zwaarder zijn geworden telt niet.
Langs Heemstede naar Haarlem, waar we aan de kant van het centrum een passantenplaats vinden. Een dagje Haarlem snuiven is altijd goed hoewel het er, na de Kagerplassen, wel een ontzettende herrie is.
25 juni: Kaagerplassen
In Delft wordt de Sint Sebastiaanbrug gesloopt en opnieuw opgetrokken. Gevolg: stremming door een werkschip in het vaarwater tijdens de werkuren. Er zijn twee bloktijden, waarin ze het werkschip tegen de kant trekken: van 11-12 uur en van 15-16 uur. Een rustige, nog steeds erg warme, ochtend waar de koelte van de Jumbo ons lokt om de rest van de dag in door te brengen. Om 11 uur liggen er 5 schepen te wachten op de verlossende opening. In hoogte variërend van 1 – 4,75 meter. We verliezen elkaar dan ook redelijk snel uit het oog door de hoogte van de diverse bruggen.
Eenmaal door de zes bruggen van Delft, varen we over een mooi kanaal naar Leidschendam, waar het sluizen veel vertier levert aan de mensen die aan beide kanten op terrasjes zitten toe te kijken. Voor en achter de sluis is plek voor passanten; het lijkt er dan ook op, dat juist zij genieten van de capriolen van hun mede-vaarwatergebruikers.
Bij Leiden onverwacht vertraging bij de Overhaalbrug. Een storing van de camera’s; dan kan de brug, van afstand bediend, niet open. Na drie kwartier, als ze niet meer reageren op de marifoonoproepen, belt Bart de centrale: er komt over een kwartier een monteur! Net als hij de telefoon neerlegt schalt dor de marifoon dat de brug weer bediend kan worden…… Fijn, want er is in Leiden van 16 tot 18 “spitsrust” en we willen wild liggen op de Kaagerplassen. Met medewerking van de laatste brugwachter lukt dat; de bruggen gaan snel open en tien voor vier passeren we de laatste.
We vinden na enig zoeken een mooie steigerplaats met uitzicht op langs-scheurende speedboten, die Salobre ernstig doen wrikken aan de lijnen en af en toe mooie gaffel getuigde zeilboten. Als we aan ons traditionele Einlauferbiertje zitten, ontvangen we bericht van het overlijden van de man van een goede vriendin; zwijgend staren we in de verte, verslagen door de onafwendbaarheid van het afscheid moeten nemen.
24 juni: Delft
We hadden het gisteren zwaar op onze wandeling door Schiedam. Het werd een soort hop on-hop off tour. Veel terrassen in de schaduw en daar tussendoor elke keer een bezienswaardigheid. S-dam heeft er een speciale wandeling voor samengesteld. Veel rondom de jeneverstokerijen: de korenmarkt, het zakkendragershuisje, waar de bel ging als er een schip gelost moet worden, je 7 minuten de tijd hebt om je te melden als gegadigde voor het werk en er vervolgens om gedobbeld werd. Veel stokerijen, glasfabrieken, kuiperijen, molens; zwarte lucht boven de stad. Zwart Nazareth…….. Het museum legt alles uit. Terug in de haven lang staan praten met Arie, de havenmeester die net terug was van zijn lange weekend Zeeland. ’s Avonds aan de oever van de Nieuwe Maas gegeten.
Vandaag de start van de laatste vakantieweek en dan meteen een hittegolf! We hijsen ons al vroeg voor de laatste keer in de reddingvesten voor een kort stuk terug naar de Parksluizen in Rotterdam (vlak naast de Euromast) en dan kunnen ze weer in het vooronder. Over de kalme Delflandse Schie varen we in twee uur naar de passantenhaven in Delft. Een kom water vlak buiten het centrum, waar de beroepsvaart ook gebruik van maakt om de bijna haakse bocht in het vaarwater te kunnen nemen. Lang vaart de kop recht op ons af…..
Vandaag geen bezienswaardigheden; we lopen van schaduw naar schaduw, zien zo een stukje van Delft en gaan dan amechtig op de boot zitten; alles open, een wit laken aan de zonkant en af en toe een windvlaagje. Bart herkent weinig van de omgeving, hoewel hij hier ruim twee jaar 2x per dag langs heeft moeten komen, op weg naar zijn werk. Maar ja, wel in 1962.