Vrijdag 14 juni: Weser
Het is stil in de haven als we de lijnen losgooien. Nog niemand wakker. Anderhalf uur varen tot de Hünxeschleusse, waar we al snel in de kleine sluis kunnen worden geschut. Weer anderhalf uur verder draaien we in de marina vlak voor de laatste sluis naar de Rijn in het rond op zoek naar een plek. Half uur lopen naar Friedrichsfeld en een treinverbinding met Wesel. “Marina” blijkt een wel erg misleidende benaming voor deze rij roestige boten, dus varen we verder; dan toch maar een stukje Rijn vandaag.
Er is iets ernstig mis met de sluiswachter. We worden gedirigeerd naar de wachtplek fur Schleusse bereite Sportboote en horen dat we moeten wachten; waarop is niet duidelijk want de kleine sluis staat open….; anderhalf uur later, als er uit de grote sluis schepen komen, maar de lichten niet op groen gaan, roept Bart de sluiswachter opnieuw op. Ongeduldig en in kortaf duits zegt hij dat we moeten wachten op een schip dat een auto aan het hijsen is. Daar kunnen we dan achteraan. Weer een half uur en er gebeurt niets. Dan schalt door de marifoon dat we naar de kleine sluis moeten (die dan al twee uur open staat!). Blijkbaar varen we te ver door in de sluis, want woedende armen hoog boven ons zwaaien dat we de sluis weer uit moeten; zurück, zurück!! Zijn we eindelijk achteruit de sluis weer uit, buldert er weer een stem dat we de sluis weer in moeten…… Het zou een klucht zijn, als de zon niet zo ongenadig aan het schijnen was. Als we uiteindelijk de sluis uitvaren kan ik het niet opbrengen te zwaaien. Bart zit er niet mee.
En dan draaien we de Rijn op; spectaculair! De snelheidsmeter loopt op, 12 km per uur, 13, 14, 15, 16, 17, zelfs even 18. 10 minuten later bereiken we de jachthaven van Wesel al. We krabben de zij-arm in, komen in rustig vaarwater en vinden een mooie ligplaats aan de kopsteiger. De rest van de middag brengen we in de schaduw door, overal witte lappen op de boot tegen de zon. Morgen, regen voorspeld gaan we Wesel verkennen; en de Lidl om de bierblikken-pfand te innen.
Donderdag 13 juni: Dorsten
We hebben een leuke tijd gehad in Henrichenburg: een hartelijke havenmeester, klein, rond, baardje en hond, in voor een praatje, prima douche en een geweldig uitzicht op de beide torens van de oude sluis. Twee zonnige dagen: op de eerste de (alte und neue, beide alweer museum) Hebewerken bekeken en de oude sluis met zijn waterterrassen. Daarna een dagje naar Dortmund (bus 22 naar Castrop en dan de S2), waar van het oude centrum niets is overgebleven…..; en toen we klaar waren voor vertrek volgde een volledig verregende dag. Uitstekend Grieks gegeten bij Papachristos, heerlijk ijs bij Kortmann, allebei binnen 15 minuten lopen van de haven.
Vandaag schijnt de zon. We vertrekken noordwaarts om het Datteln-Wesel te gaan bevaren, de noordelijke vaarroute naar de Rijn. Ons doel is Dorsten, halverwege. Na 7 uur, 35 kilometer, 4 sluizen (de laatste met een uur wachttijd) en 28 meter dalen, komen we aan; we kunnen in de havenkom zo een vrije (groene) plaats inschieten, waar op de steiger een tuinameublement voor ons klaar staat. Langzaam vaart de beroepsvaart op het kanaal voorbij. Veel last van golven krijgen we niet: je moet hier 7 km per uur varen en er volgen fikse boetes voor wie dat niet doet!
Ook hier is de pizzeria op loopafstand, in het centrum bij het oude Rathaus. Nu zitten we met een borrel op de steiger van de avond te genieten met uitzicht op het kanaal. Nog twee dagtochten en we zijn weer in Nederland.